meegegaan

Meegegaan is a Dutch verb form that functions as the past participle of meegaan, a separable verb meaning to go along with someone or to accompany, and by extension to participate in an activity or plan. It can refer to physically accompanying someone on a trip or to agreeing to join a course of action.

The word is formed from mee- (together, along) and gaan (to go). The past participle meegegaan is used with the auxiliary zijn in perfect tenses, for example: We zijn meegegaan naar het concert. Zijn jullie meegegaan? We zijn niet meegegaan. In compound tenses or questions, the participle remains meegaaN in written form, with the verb gaan providing the main semantic weight.

Usage notes and examples:

- Present: ik ga mee; jij gaat mee; hij gaat mee; we gaan mee.

- Past: ik ging mee; jij ging mee; hij ging mee; we gingen mee.

- Perfect: ik ben meegegaan; we zijn meegegaan.

- Imperative: ga mee; laten we meegaan.

Meegegaan covers both literal accompaniment (going along on a trip) and figurative participation (meegaan met een plan of trend). Common collocations include meegaan met iemand, meegaan op reis, or meegaan met een voorstel. The term is standard in both everyday Dutch and Belgian Dutch, with the same basic usage across most varieties of the language.