éénopveel

Éénopveel is geen gangbare spelling in het Nederlands. In de praktijk wordt de uitdrukking meestal geschreven als één op vijf, één op tien, of vergelijkbare vormen, afhankelijk van de context. De term verwijst naar een verhouding of kans en wordt gebruikt om aan te geven hoeveel procent of hoeveel dingen van een hele groep aan een bepaalde voorwaarde voldoen.

In wiskundige termen is één op N een verhouding die aangeeft dat er één gewenst geval is van N mogelijke, gelijkwaardige gevallen. De bijbehorende kans is 1/N, en dit kan worden uitgedrukt als een fractie, een procentuele waarde of een woordmatige uitdrukking zoals “één op N” of “een op N”. Voorbeelden: één op vijf betekent 1/5, oftewel 20 procent; één op honderd betekent 1/100, oftewel 1 procent. Dit soort verhouding wordt veel gebruikt in statistiek, marktonderzoek en gezondheidszorg om prevalentie, kansberekening of risico’s aan te geven.

Toepassingen en nuance: “één op N” wordt vaak gebruikt om de frequentie of de waarschijnlijkheid in een populatie te illustreren, bijvoorbeeld in enquêtes, kwaliteitscontrole of epidemiologie. Het biedt een begrijpelijke manier om een relatieve maat weer te geven zonder absolute aantallen te noemen. In formeel schrijven is het gebruik van de correcte spelling aan te raden (één op vijf, niet als éénopvijf), terwijl de betekenis en interpretatie hetzelfde blijven.

Vertaling: in het Engels wordt dit doorgaans vertaald als “one in five,” “one in ten,” of “one out of N,” afhankelijk van de waarde van N.