Home

zweetproductie

Zweetproductie verwijst naar de afscheiding van zweet door de zweetklieren van de huid. Bij de mens bestaan twee hoofdtypen zweetklieren: eccriene en apocriene klieren. Eccriene klieren komen vrijwel over het hele lichaam voor en produceren heldere, waterige zweet dat voornamelijk bestaat uit water en elektrolyten. Apocriene klieren bevinden zich vooral in oksels, genitaliën en tepelomtrek en leveren een dikker, eiwit- en vetrijk zweet dat bij bacteriële afbraak geurtjes kan veroorzaken.

De zweetproductie wordt geregeld door het autonome zenuwstelsel. Eccriene klieren worden voornamelijk geactiveerd door sympathische zenuwvezels

Zweet bestaat uit een hoog percentage water met opgeloste elektrolyten zoals natrium en chloride, en in mindere

Medisch relevante aspecten: hyperhidrose is een aandoening met overmatige zweetproductie. Anhidrose of hypohidrose betekent gebrek aan

die
acetylcholine
vrijgeven
(cholinerg).
Apocriene
klieren
reageren
ook
op
hormonale
signalen,
vooral
androgene
hormonen.
De
belangrijkste
functie
is
thermoregulatie:
verdamping
van
zweet
koelt
het
lichaam
af.
Emotionele
prikkels
kunnen
ook
zweetproductie
stimuleren,
met
name
in
handpalmen,
voetzolen
en
oksels.
mate
kalium,
bicarbonaat
en
urea.
De
zweetproductie
varieert
sterk
en
kan
bij
rust
klein
zijn,
terwijl
bij
intensieve
inspanning
of
hoge
omgevingstemperaturen
meerdere
liters
per
uur
geproduceerd
kunnen
worden.
zweetvorming.
Bij
cystische
fibrose
is
de
zoutsamenstelling
van
zweet
verhoogd;
de
zoutsweat
test
meet
chlorideconcentratie
en
wordt
daarvoor
gebruikt.
Behandeling
is
afhankelijk
van
ernst
en
kan
bestaan
uit
antiperspirants
met
aluminiumzouten,
botuline-toxine-injecties,
iontoforese
voor
handen
en
voeten,
medicijnen
die
de
zweetklieren
onderdrukken,
en
in
ernstige
gevallen
chirurgie
zoals
endoscopische
thoracale
sympathicotomie.