Home

zuurstofsaturatie

Zuurstofsaturatie, doorgaans uitgedrukt als SpO2, is het aandeel van hemoglobine dat verzadigd is met zuurstof. Het geeft een indirect beeld van de arteriële zuurstofbinding en wordt meestal gemeten met een puls-oximeter of via een bloedgasanalyse met oxyhemoglobinemetingen. SpO2 is een percentage van het totaal aanwezige hemoglobine dat zuurstof draagt.

Normale waarden en interpretatie: bij gezonde volwassenen aan zeeniveau ligt de SpO2 meestal tussen 97 en 100

Meting en beperkingen: Puls-oximeters meten de absorptie van licht door zuurstofrijk en zuurstofarm hemoglobine en geven

Toepassing en beleid: SpO2-monitoren worden veel gebruikt in de kliniek en thuiszorg om zuurstofvoorziening te sturen.

procent.
In
veel
klinische
richtlijnen
wordt
94-99%
als
normaal
beschouwd;
waarden
onder
92%
kunnen
wijzen
op
hypoxemie
en
vereisen
evaluatie.
Bij
chronische
longaandoeningen
kan
een
lagere
baseline
voorkomen.
Ter
illustratie
correleert
SpO2
met
de
arteriële
zuurstofspanning
(PaO2)
via
de
oxyhemoglobine-dissociatiecurve;
ruwweg
is
SpO2
rond
90%
geassocieerd
met
PaO2
ongeveer
60
mmHg.
zo
SpO2
weer.
De
meting
is
niet
invasief
en
continu;
echter
is
ze
afhankelijk
van
goede
perfusie
en
kan
vertekend
worden
door
beweging,
koude,
nagellak,
fel
omgevingslicht
en
donkere
huidpigmentatie
bij
sommige
apparaten.
Verstoringen
door
koolmonoxide
of
methemoglobinemie
kunnen
misleidende
saturatieniveaus
geven;
bij
verdenking
is
een
meting
met
arterieel
bloedgas
en
co-oximetrie
betrouwbaarder.
Doelen
voor
SpO2
zijn
afhankelijk
van
de
aandoening;
algemeen
streeft
men
naar
ongeveer
92-96%
bij
veel
patiënten,
terwijl
COPD-patiënten
vaak
88-92%
als
doel
hebben
om
hyperoxie
te
voorkomen.
In
ziekenhuiszorg
kan
een
arterieel
bloedgas
(ABG)
nodig
zijn
voor
een
nauwkeurigere
beoordeling
van
de
zuurstofering
en
acidose.
Zuurstoftherapie
wordt
gestart
of
aangepast
op
basis
van
SpO2
samen
met
klinische
toestand.