Home

woordgroepen

Woordgroepen zijn syntactische eenheden binnen zinnen. Ze bestaan uit een kernwoord (het hoofdwoord) en eventueel afhankelijke woorden die erbij horen, zoals determiners, bijvoeglijke naamwoorden en andere woorden die bij het hoofdwoord horen. Een woordgroep fungeert als een zinsdeel en kan verschillende functies vervullen, zoals onderwerp, gezegde of bijwoordelijke bepaling.

De belangrijkste typen woordgroepen zijn onder meer:

- Naamwoordgroep (naamwoordgroep): heeft een hoofdnaamwoord en kan determiners en bijvoeglijke naamwoorden bevatten. Voorbeelden: de grote hond,

- Werkwoordgroep (werkwoordgroep): bestaat uit het hoofdwerkwoord met eventuele hulpwerkwoorden en overige verbaal verbonden elementen. Voorbeelden: kan

- Voorzetselgroep (voorzetselgeg): een groep die begint met een voorzetsel en gevolgd wordt door een naamwoordgroep. Voorbeelden:

- Bijwoordelijke groep (bijwoordelijke groep): een groep die een bijwoord of bijwoordelijke uitdrukking bevat en als bepaling

In zinnen functioneren woordgroepen als bouwstenen die samen zinsdelen vormen zoals onderwerp, gezegde en bijwoordelijke bepalingen.

drie
kleurrijke
kaarten.
lopen,
heeft
gegeten,
begint
te
schrijven.
in
het
huis,
naast
de
tafel.
werkt,
bijvoorbeeld
tijd-
of
plaatsbepaling.
Voorbeelden:
morgen
vroeg,
met
plezier.
De
volgorde
en
positie
van
deze
groepen
kan
variëren
afhankelijk
van
de
nadruk
en
zinsstructuur,
maar
ze
houden
hun
kernfunctie
als
samenhangende
eenheden
van
woorden.
Het
begrip
woordgroepen
helpt
bij
het
analyseren
van
zinnen
en
bij
het
leren
lezen
en
schrijven
in
het
Nederlands.