woordenboekvorm
De woordenboekvorm is de vorm van een woord die in een woordenboek als hoofdwoord wordt gepresenteerd. Het dient als basis- of lemmapositie voor alfabetische ordening en voor het beschrijven van de verschillende vormen die een woord kan aannemen. In het dagelijks taalgebruik komt vaak de term “lemma” dicht bij het begrip, maar woordenboekvorm verwijst vooral naar de citerestem die in lexicografische context wordt gebruikt.
Bij werkwoorden is de woordenboekvorm vrijwel altijd de infinitief, bijvoorbeeld lopen, zien, worden. Deze vorm is
Bij zelfstandige naamwoorden is de woordenboekvorm doorgaans het enkelvoudelijke basisvorm zonder lidwoord, zoals deur, tafel, student.
In de lexicografie fungeert de woordenboekvorm als uitgangspunt voor de opsomming van alle afgeleide en vervoegde