Home

wondgenezingstoornissen

Wondgenezingstoornissen zijn aandoeningen waarbij wondgenezing vertraagd of verstoord verloopt, waardoor wonden langer bestaan of niet of onvoldoende sluiten. Ze komen zowel als acuut uitgelijnde wonden die chronisch worden, als als chronische wonden die niet goed genezen ondanks passende behandeling. Veelvoorkomende voorbeelden zijn diabetische voetulcera, veneuze ulcera, arteriële (ischemische) ulcera en drukzweren.

Oorzaken en risicofactoren zijn divers. Gebrek aan perfusie, infectie, ondervoeding, lever- of nierziekten, diabetes mellitus, oudere

Pathofysiologie: wondgenezing verloopt in fasen (hemostase, ontsteking, proliferatie, remodellering). Een verstoring in een of meer fasen

Diagnostiek en differentiële diagnose richten zich op de wondkarakteristieken (afmeting, diepte, randen, necrose, exsudaat), onderliggende aandoeningen

Behandeling omvat het aanpakken van onderliggende oorzaken, lokaal wondbeheer en preventie. Dit omvat debriedement, vochtige wondzorg,

leeftijd
en
roken
verhogen
het
risico.
Medicatie
zoals
glucocorticoïden
en
immunosuppressiva
kunnen
het
genezingsproces
verstoren.
Ook
lokale
factoren
zoals
contusies,
necrose,
wondranden
en
exsudaatmanagement
spelen
een
rol.
kan
leiden
tot
langzaam
genezende
wonden
of
chronische
ontstekingsachtige
wonden.
Factoren
als
hypoxie,
infectie,
proteolytische
activiteit,
gebrek
aan
groeifactoren
en
disfunctie
van
extracellulaire
matrix
dragen
bij
aan
het
blijvende
probleem.
en
complicaties
zoals
osteomyelitis.
Laboratoriumonderzoek
kan
glykemische
controle
(HbA1c),
nutritionele
status
en
ontstekingsmarkers
evalueren;
beeldvorming
kan
perfusie
en
botbetrokkenheid
aantonen.
passende
wondverbanden
of
negatieve-druktherapie,
infectiebehandeling
indien
nodig
en
revascularisatie
of
offloading
bij
relevante
aandoeningen.
Voeding,
goede
glykemische
controle
en
smoking
cessation
ondersteunen
genezing,
net
als
multidisciplinaire
zorg.
Bij
recidief
of
moeilijke
wonden
kunnen
wondverbandstoffen,
groeifactoren
of
weefselvervanging
worden
overwogen.
Proactieve
preventie,
met
name
bij
diabetes
en
uitgebreide
risicogroepen,
is
essentieel.