vroegpensioen

Vroegpensioen, ook wel vervroegd pensioen of vervroegd uittreden, is een vorm van pensionering waarbij iemand stopt met werken vóór de standaardpensioendatum. In vergelijking met regulier pensioen gaat dit vaak gepaard met een verlaagde uitkering, omdat het langer duurt tot aan de beoogde levensduur en de opbouwperiode anders wordt meegerekend. Vroegpensioen kan via publieke regelingen, werkgeversregelingen of particuliere fondsen worden aangeboden. De voorwaarden variëren per land, sector en regeling, maar meestal geldt: een minimale diensttijd, een bepaalde minimale leeftijd en een reductie op het pensioenbedrag of op de opgebouwde pensioenaanspraken.

Afscheid nemen eerder kan mogelijk zijn vanaf een relatief jonge leeftijd, maar leidt doorgaans tot lagere maandelijkse uitkeringen op latere leeftijd. Soms is aanvullende arbeid of een gedeeltelijke werkhervatting mogelijk om de financiële situatie te verbeteren. De mogelijkheid kan ook invloed hebben op nabestaanden- of partnerpensioenen en op fiscale behandeling van de uitkeringen.

Historisch werden in sommige sectoren vroegpensioenregelingen toegepast, zoals vervroegd uittreden (VUT) in Nederland. Door hervormingen zijn veel van deze regelingen afgeschaft of gemoderniseerd; vroegpensioen is tegenwoordig vaak strenger en selectiever. Politieke debatten over vroege pensionering richten zich op financiële houdbaarheid, arbeidsmarktbeleid en de wens om langer door te werken.

Samengevat biedt vroege pensioenopties de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken, maar meestal tegen lagere en variërende uitkeringen die afhankelijk zijn van de specifieke pensioenregeling en fiscale regels.