voorarmen
De voorarmen vormen het gebied van de ledemaat tussen elleboog en pols en bestaan uit twee lange botten: de radius en de ulna. Samen met het interosseuze membraan vormen zij een stabiele as voor beweging. De radius ligt aan de duimzijde en de ulna aan de pinkzijde. Proximaal articuleren radius en ulna met de humerus in het ellebooggewricht; distaal articuleren zij met de pols via de radiocarpale en distale radioulnare gewrichten. Een sleutelmechanisme van de voorarm is de mogelijkheid tot pronatie en supinatie, mogelijk gemaakt door deze botstructuur en de gewrichten tussen radius en ulna.
De voorarm is opgedeeld in twee anatomische compartimenten: een ventraal (flexor) en een dorsaal (extensor) compartiment.
Zenuwen en bloedvaten: de voorarm wordt voornamelijk verzorgd door de nervus medianus en nervus ulnaris, met
Functie: de voorarmen dragen bij aan pols- en handbewegingen, stabiliseren de hand bij grijpen en leveren bewegingen
Klinische noties: veelvoorkomende letsels zijn fracturen van radius en ulna, zoals Monteggia-lezies (proximale ulnafractuur met dislocatie