versnelden
Versnelden is de verleden tijd (imperfectum) van het Nederlandse werkwoord versnellen, wat betekent het tempo of de snelheid verhogen. De stam van het werkwoord is versnell-, en de imperfectum-vormen zijn onder meer ik versnelde, jij versnelde, hij/zij/het versnelde, wij versnelden, jullie versnelden en zij versnelden. De vorm versnelden verschijnt dus alleen wanneer het onderwerp in de verleden tijd staat en kan zowel refereren aan wij, jullie als zij.
Gebruikelijk is versnelden in zinnen waarin sprake is van een toegenomen snelheid of versnelling in het verleden.
Verbelangrijke verwante vormen zijn versnellen (infinitief), versneld (voltooid deelwoord) en versnelling (zelfstandig naamwoord). Versnellen wordt ook
Samengevat verwijst versnelden naar een in het verleden uitgevoerde versnelling door een onderwerp, en wordt het