Home

vergelijkingswoorden

Vergelijkingswoorden zijn woorden of woordgroepen die in het Nederlands worden gebruikt om twee elementen in een zin met elkaar te vergelijken. Ze geven aan in welke mate iets overeenkomt, verschilt of op iets anders lijkt. De belangrijkste soorten zijn vergelijkingen van gelijkheid, van ongelijkheid en vergelijkingen die een algemene gelijkenis of overeenkomst aanduiden.

Vergelijkingen van gelijkheid komen vaak voor in vormen als zo..., als, net zo..., als en even... als,

Vergelijkingen van ongelijkheid gebruiken vaak dan of de termen meer/ minder/ groter/ kleiner + dan: “Zij is

Verder kunnen vergelijkingswoorden ook zelfstandiger een overeenkomst aanduiden, bijvoorbeeld met zoals, alsof, of door verbindingswoorden als

Zie ook: grammaticaal begrip van vergelijking, vergelijkingszin.

meestal
met
de
bijwoorden
zo,
net
of
even.
Voorbeelden:
“Zij
is
zo
slim
als
haar
moeder.”,
“Het
programma
is
net
zo
druk
als
gisteren.”,
“Hij
werkt
evenveel
uren
als
ik.”
Ook
uitdrukkingen
als
zoveel
als
en
evenveel
als
worden
gebruikt:
“Er
zijn
zoveel
mensen
als
jij.”
en
“Hij
heeft
evenveel
geld
als
ik.”
Daarnaast
bestaan
er
constructies
met
zoals
om
een
gelijkenis
aan
te
geven:
“Zoals
hij
praat,
zo
doet
hij
het
ook.”
groter
dan
ik.”,
“Deze
auto
is
sneller
dan
die.”,
“Het
kost
meer
dan
tien
euro.”
Hiermee
geef
je
verschil
in
maat,
hoeveelheid
of
kwaliteit
aan.
zowel...
als
en
evenals:
“Zij
werkt
zowel
in
de
stad
als
op
het
platteland.”
“Evenals
haar
zus
houdt
zij
van
lezen.”