vastgrijpen
Vastgrijpen is een Nederlands werkwoord dat betekent iemand of iets stevig en plotseling vastnemen of vasthouden. Het kan zowel letterlijk als figuurlijk worden gebruikt. De taalkundige samenstelling komt van vast (stevig, stevig) en grijpen (grijpen, vastpakken).
In de context van wet en recht wordt vastgrijpen vaak gebruikt om het fysieke vasthouden of arresteren
Vastgrijpen is geen strikt juridisch term met een vaste procedure; het is eerder een descriptieve aanduiding
Zie ook: arrest, aanhouding, beslag leggen, oppakken, arrestatie.