Home

urgeincontinentie

Urgeincontinentie is een vorm van urine-incontinentie waarbij een plotselinge, intense aandrang om te plassen optreedt die leidt tot ongewild urineverlies. Het valt onder het bredere syndroom van overactieve blaas (overactive bladder, OAB) en kan voorkomen met of zonder frequente plasdrang of nachtelijk urineren.

Oorzaken en verloop: De kern is detrusor-overactiviteit, een overmatige samentrekking van de blaaswand. Vaak is de

Symptomen: Een plotselinge, sterke aandrang om te plassen, soms met urineverlies voordat men naar het toilet

Diagnose: De diagnose gebeurt op basis van klachten en een plasdagboek. Uitvoeren van een urineonderzoek is

Behandeling: Start meestal met leefstijlaanpassingen en gedragstherapie, zoals blaastraining en bekkenbodemoefeningen. Medicinale opties zijn antimuscarinica (bijv.

Prognose: Urgeincontinentie is vaak chronisch maar behandelbaar. Met therapie verbeteren symptomen voor veel patiënten, hoewel in

oorzaak
onbekend,
maar
kunnen
neurologische
aandoeningen
(zoals
beroerte
of
Parkinson),
blaasinfecties,
irritatie
door
medicatie
of
stoffen
als
cafeïne
en
alcohol,
veroudering
en
bekkenbodemproblemen
een
rol
spelen.
Soms
treden
symptomen
op
zonder
duidelijke
oorzaak.
kan;
vaker
plassen
gedurende
de
dag
en
mogelijk
nachtelijk
urineren.
Het
urineverlies
is
meestal
ongewild
en
varieert
in
hoeveelheid.
gebruikelijk
om
infectie
of
bloed
in
de
urine
uit
te
sluiten.
Bij
twijfel
of
bij
onvoldoende
respons
op
behandeling
kunnen
aanvullende
onderzoeken
plaatsvinden,
zoals
urodynamisch
onderzoek
of
beeldvorming.
oxybutynine,
solifenacine)
en
beta-3-agonisten
(mirabegron).
Nadelige
effecten
kunnen
droogte
van
de
mond,
obstipatie
of
cognitieve
bijwerkingen
zijn.
Bij
refractaire
symptomen
kan
intravesicale
botuline-toxine-injectie
of
neuromodulatie
(waaronder
sacraal-
of
tibiale
zenuwstimulatie)
worden
overwogen.
Behandeling
wordt
afgestemd
op
patiënt,
comorbiditeiten
en
balans
tussen
baten
en
risico’s.
sommige
gevallen
langdurige
of
combinatietherapie
nodig
is.
Preventieve
maatregelen
en
vroeg
tijdige
aanpak
kunnen
de
kwaliteit
van
leven
aanzienlijk
verbeteren.