tuinplanten

Tuinplanten zijn planten die in tuinen worden geteeld om te verfraaien, te structureren of voedsel te leveren. Ze omvatten siergewassen en eetbare soorten, zoals kruiden, groenten en fruitplanten. In beplantingsontwerp worden vaak verschillende categorieën gecombineerd: vaste planten, eenjarige planten, tweejarige planten, struiken, klimmers en siergrassen of bodembedekkers.

Bij de keuze speelt de lokale situatie een grote rol: het licht, de bodem en het klimaat. Zonminnende planten geven kleur in zonnige borders; schaduwminnende soorten vullen schaduwrijke plekken. De bodem moet goed draineren en rijk zijn aan organische stof; bij aanplanting kan compost worden gemengd en mulchen helpt bij vochtbehoud. Voor potplanten geldt extra aandacht voor drainage en voeding.

Onderhoud omvat regelmatige watergift, zeker in droge periodes, en snoeien of deadheading waar nodig. Het verwijderen van uitgebloeide bloemen verlengt de bloeitijd; wortelgroei en zijscheuten kunnen worden beheerd door gericht snoeien. Plagen en ziekten worden bestreden met een geïntegreerde aanpak, zoals handmatig verwijderen, biologische middelen en, indien nodig, gerichte bestrijdingsmiddelen. In koude klimaten is winterbescherming vaak nodig voor kwetsbare soorten.

Vermeerdering gebeurt via zaaien, stekken of scheuren van vaste planten; klimmende planten kunnen via stekken of delen worden vermeerderd. Bij tuinontwerp is het doel een evenwichtige combinatie van kleuren, texturen en vormen met aandacht voor seizoensgebonden interesse en onderhoudsgemak.