trappen

Trappen is het meervoud van trap in het Nederlands en verwijst naar trappenhuizen of individuele trappen die mensen gebruiken om hoogteverschillen te overbruggen in gebouwen en buitenruimten. Een trap bestaat uit treden, die de stappen vormen, en vaak een leuning voor steun. Bij trappen met meerdere wielen of bochten kan een tussenlanding aanwezig zijn. Trappen kunnen intern voorkomen als toegangspaden tussen verdiepingen of extern als openbare of particuliere toegang.

Etymologie en gebruiksduur. Het woord trap gaat terug op oudere Germaanse wortels en verwezenlijkte zich in het Nederlands als trap met meervoud trappen. In hedendaags gebruik is trappen voornamelijk een zelfstandig naamwoord. Als werkwoord heeft trappen verschillende betekenissen, zoals letterlijk trappen (een voetafdrukken geven) of als informeel voor het trappen op een fiets (fietstrappen).

Ontwerp en varianten. Trappen verschillen in materiaal en vorm. Veelvoorkomende materialen zijn hout, beton en staal, soms met keramische of antislip bekleding. Typen omvatten rechte trappen, trappen met hoeken (L-vormig of U-vormig) en spirale of went-achtige trappen. De keuze hangt af van ruimte, belastbaarheid en esthetiek. Sporen en treden dragen de belasting en moeten voldoende grip bieden; leuningen en tussenliggende landingsplekken verbeteren de veiligheid.

veiligheid en regelgeving. Bouw- en veiligheidsvoorschriften eisen doorgaans dat trappen betrouwbaar zijn, met consistente hoogte van treden, voldoende hoofdruimte, en aanwezigheid van leuningen. De normen variëren per land en regio, maar dragen bij aan het voorkomen van val- of verzakkingsgevaar. In veel gebouwen geldt ook dat traptenen en oppervlakken antislip moeten zijn en dat onder- en bovenaan duidelijke toegangspunten hebben.

Zie ook. Trap (meeting), trappenhuis, bouwvoorschriften, veiligheidsnormen.