Home

torenklokken

Torenklokken zijn grote klokwerken die in de torens van kerken, kathedralen en andere stedelijke gebouwen hangen. Ze geven tijd aan de omgeving en regelen het geluid van de klokken, vaak door op hele uren te luiden en vaak ook kwartieren te klokken. In tal van steden in Nederland en Vlaanderen vormen torenklokken een herkenbaar onderdeel van het erfgoed en van het stadsgeluid.

Historisch gezien ontstonden mechanische torenuurwerken in de middeleeuwen. In de loop van de 16e tot 18e eeuw

Mechanisch gezien bestaan torenklokken doorgaans uit een gaande aandrijving die de tijd meet met een klokwerk

Moderne torenklokken kunnen geautomatiseerd of elektrisch aangestuurd zijn, wat onderhoud en betrouwbaarheid vergroot. Veel klokken worden

werden
ze
steeds
verfijnder.
De
uitvinding
van
het
slingeruurwerk
door
Christiaan
Huygens
in
de
17e
eeuw
maakte
klokken
aanzienlijk
preciezer,
wat
ook
de
gelijkmatige
werking
van
torensluiters
en
slagwerktuigen
ten
goede
kwam.
Aanvankelijk
waren
de
klokgangen
vaak
zwaar
afhankelijk
van
handmatige
aansturing;
later
werd
het
systeem
grotendeels
mechanisch
gegroeid
rondom
gewichtgedreven
aandrijving
en
een
slingerverzet.
en
een
aparte
slagwerk-
of
slagtrain
die
de
klokken
laat
luiden.
Een
slinger
of
pendulum
regelt
de
snelheid,
terwijl
een
ratel-
of
ankerverzet
de
beweging
omzet
in
regelmatige
stappen.
Voor
het
geluid
zorgen
meestal
een
hoofdklok
en
aparte
luidende
klokken
die
op
uurslag
en
soms
kwartieren
reageren.
Sommige
torenklokken
zijn
of
werden
voorzien
van
aanvullende
systemen
om
te
koppelen
met
een
carillon
of
een
geautomatiseerd
klokkenspel.
gekoesterd
als
erfgoed
en
blijven
in
gebruik
dankzij
gespecialiseerde
restaurateurs
en
klokkengieters.
Het
onderhoud
behoudt
niet
alleen
de
tijdsweergave
maar
ook
de
cultuurwaarde
van
de
klok
en
het
geluid
van
de
toren.