Home

tijdsdeelwoord

Een tijdsdeelwoord is een term uit de Nederlandse grammatica die verwijst naar niet-finite werkwoordsvormen die tijd aangeven ten opzichte van de handeling in de hoofdzin. Het behoort tot de groep van deelwoorden (participles) en wordt meestal gebruikt om deelzinnen te vormen of als bijwoordelijke bepaling van tijd of wijze. Een tijdsdeelwoord geeft aan wanneer een handeling plaatsvindt of wanneer twee handelingen gelijktijdig plaatsvinden in de hoofdzin.

De meest voorkomende tijdsdeelwoorden zijn onvoltooid deelwoord met de uitgang -end: lopend, zingend, wandelend. Deze vormen

Daarnaast kunnen tijdsdeelwoorden ook dienen als adverbiale bepaling van tijd of wijze; ze geven vaak de manier

Relatie tot andere categorieën: in veel grammaticabronnen wordt gesproken van tijdsdeelwoord als een specifieke gebruiksfunctie van

kunnen
aan
de
hoofdzin
worden
toegevoegd
als
predikaat
of
bijvoeglijke
bepaling,
of
in
verkorte
bijzinconstructies
een
handeling
aangeven
die
gelijktijdig
plaatsvindt:
Zij
liep
zingend
naar
huis.
De
reiziger
pratend
over
het
weer
liep
verder.
of
begeleiding
aan.
Plaatsing
is
relatief
flexibel:
naast
de
hoofdwerkwoord,
na
de
hoofdzin,
of
als
bijstelling
tussen
komma’s:
De
wandelaar,
zingend,
liep
door
het
park.
In
sommige
gevallen
kan
een
tijdsdeelwoord
een
gehele
bijwoordelijke
groep
vervangen,
waardoor
de
zin
verkort
wordt.
het
onvoltooid
deelwoord
met
betrekking
tot
tijdsaanduiding.
Andere
bronnen
noemen
deze
vorm
simplistisch
als
een
participiaal
tijdsdeelwoord
of
spreken
van
een
bijgestelde
deelwoordvorm.
In
de
praktijk
is
de
term
soms
verwarrend;
veel
bronnen
beschrijven
deze
vorm
als
een
onvoltooid
deelwoord
met
adverbiale
functie.