Home

tijdsbepalingen

Tijdsbepalingen, in de taalwetenschap bekend als temporal adverbials of tijdsbepalingen, zijn woorden of woordgroepen die aangeven wanneer een handeling of gebeurtenis plaatsvindt. Ze geven het moment, de duur of de frequentie van een gebeurtenis en fungeren als tijdelijke context voor de gebeurtenis in de zin. Tijdsbepalingen kunnen zelfstandig voorkomen of in een zinsverband met het werkwoord worden gebruikt.

Er zijn verschillende soorten tijdsbepalingen. Een tijdstipbepaling geeft een specifiek moment of tijdsvenster aan, zoals gisteren,

Vormen en plaats in zinnen variëren. Tijdsbepalingen kunnen bestaan uit één woord (gisteren, nu) of uit een

Functie is primair het verankeren van een gebeurtenis in tijd en het mogelijk maken van verhoudingen tussen

morgen,
om
5
uur
of
in
juli.
Een
duurbepaling
beschrijft
hoe
lang
iets
duurt,
bijvoorbeeld
drie
weken,
een
hele
dag,
gedurende
de
vakantie.
Een
frequentiebepaling
geeft
aan
hoe
vaak
iets
gebeurt,
zoals
vaak,
elke
week,
regelmatig.
Daarnaast
bestaan
er
tijdsbepalingen
die
een
tijdsperimeter
of
-kader
aangeven,
zoals
tijdens
de
vergadering,
in
de
ochtend,
na
de
lunch.
zinsdeel
zoals
prepositie/phrase
(om
3
uur,
in
de
zomer,
tijdens
de
les).
In
het
Nederlands
komen
tijdsbepalingen
vaak
na
de
finite
vorm
van
de
werkwoordelijke
kern
of
aan
het
begin
van
de
zin
voor
nadruk;
de
exacte
positie
kan
variëren
afhankelijk
van
de
nadruk
en
de
zinsconstructie.
gebeurtenissen
(voor,
tijdens,
na).
Ze
dragen
bij
aan
de
duidelijkheid,
interpretatie
en
samenhang
van
zinnen
en
teksten.