terugkrijgen

Terugkrijgen is een Nederlands werkwoord dat betekent dat iemand iets terug ontvangt dat eerder verloren is gegaan, uitgeleend was of kwijtgeraakt is. Het kan gaan om een tastbaar voorwerp, zoals geld, een boek of een apparaat, maar ook om iets ontastbaars, zoals vertrouwen, tijd of kansen. Het woord wordt vaak gebruikt in situaties zoals restitutie, garantie of het terugvinden van een verloren databestand.

Terugkrijgen is een samengesteld werkwoord met het prefix terug- op krijgen. In de tegenwoordige tijd kan het worden gesplitst: ik krijg het terug, jij krijgt het terug, wij krijgen de goederen terug. In andere tijden staat de vorm als één geheel: ik heb het teruggekregen, hij heeft zijn geld teruggekregen. Het werkwoord is transitief en neemt een direct object: ik krijg mijn boek terug, zij krijgen hun geld terug.

Gebruik en nuance: terugkrijgen verwijst altijd naar het terugverwerven van iets wat men kwijt was of wat iemand anders teruggeeft na een afspraak, betaling of restitutie. Het kan letterlijk zijn (geld, goederen) of figuurlijk (vertrouwen, hoop). Veelgebruikte associaties zijn geld terugkrijgen van een winkel, een lening terugkrijgen van een kredietgever, of het vertrouwen terugkrijgen na een fout. Vergeleken met teruggeven ligt de nadruk bij terugkrijgen op het ontvangen van iets dat wederzijds was afgesproken of verloren was gegaan.