Home

sporenplanten

Sporenplanten is een verzamelnaam voor planten die zich voortplanten door sporen in plaats van zaden of bloemen. De groep omvat zowel niet-vasculaire sporenplanten als vaatbundige sporenplanten. Voorbeelden van niet-vasculaire sporenplanten zijn mossen, levermossen en hoornmossen; vaatbundige sporenplanten omvatten varens en paardenstaarten. Sporenplanten speelden een belangrijke rol in de vroegste stadia van het leven op land en vormen een brug tussen algen en zaadplanten.

De levenscyclus van sporenplanten kenmerkt zich door een heteromale voortplanting met een alternatie van generaties: de

Sporen worden meestal verspreid door wind of water en vereisen bij de bevruchting soms aanwezig water om

Historisch gezien zijn sporenplanten vroeg in de evolutie van landplanten ontstaan, ongeveer in het Paleozoïsche tijdperk.

haploïde
gametofyt
en
de
diploïde
sporofyt.
Sporen
ontstaan
in
sporangia
en
komen
vrij
uit
als
ze
door
meiose
rijp
zijn.
Bij
niet-vasculaire
sporenplanten
is
de
gametofyt
meestal
de
dominante
en
langer
levende
fase;
de
sporofyt
groeit
uit
op
de
gametofyt
en
is
vaak
klein.
Bij
vaatbundige
sporenplanten
is
de
sporofyt
de
hoofdlevensfase
en
veel
groter,
terwijl
de
gametofyt
meestal
klein
en
onafhankelijk
minder
zichtbaar
is.
de
zaadfok
te
voltooien.
Niet-vasculaire
sporenplanten
groeien
vaak
in
vochtige,
schaduwrijke
habitats
zoals
mosrijke
bodems,
boomschors
en
rotsplekken,
terwijl
vaatbundige
sporenplanten
in
een
breder
scala
van
habitats
voorkomen,
van
bossen
tot
graslanden
en
rotsachtige
omgevingen.
Ze
leveren
ecologische
diensten
zoals
bodemvorming
en
schuilplaatsen
voor
kleine
organismen
en
hebben
daarnaast
toepassingen
in
horticultuur
en
onderzoek.