Home

skeletspierverlamming

Skeletspierverlamming is het verlies of een ernstige vermindering van de mogelijkheid om skeletspieren vrijwillig te bewegen. Het treedt op door schade aan het motorische zenuwstelsel, de perifere zenuwen, de neuromusculaire junctie of de spieren zelf. De verschijningsvorm kan variëren van lokale zwakte tot totale verlamming van meerdere spiergroepen, vaak gepaard gaande met verlies van reflexen en verminderde spiercontrole.

Oorzaken en mechanismen zijn gevarieerd. Ze worden doorgaans in vier groepen ingedeeld: stoornissen van de motorische

Symptomen en klinische presentatie hangen af van de oorzaak maar omvatten doorgaans zwakte, verminderde coördinatie, mogelijk

Diagnose gebeurt via een combinatie van anamnese, neurologisch onderzoek en aanvullende onderzoeken. Deze kunnen elektromyografie en

Behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Algemene principes zijn stabilisatie, ademhalingsondersteuning indien nodig, fysiotherapie en

neuronen
(bijv.
amyotrofische
laterale
sclerose,
spinale
musculaire
atrofie),
perifere
zenuwen
(bv.
zenuwletsel,
polyneuropathie),
neuromusculaire
junctie
(bv.
myasthenia
gravis,
Lambert-Eaton
syndroom)
en
de
skeletspieren
zelf
(bijvoorbeeld
bepaalde
myopathieën,
inflammatoire
of
metabole
aandoeningen).
Ook
acute
achtereenvolgende
aandoeningen
zoals
beroerte,
Guillain-Barré
syndroom
of
botulisme
kunnen
plotselinge
verlamming
veroorzaken.
spieratrofie,
fasciculaties
en
in
ernstige
gevallen
ademhalingsproblemen
vanwege
uitval
van
ademhalingsspieren.
Verlies
van
beweging
kan
gepaard
gaan
met
gevoelsstoornissen
of
pijn,
afhankelijk
van
de
betrokken
zenuwstructuren.
zenuwgeleidingsonderzoek,
beeldvorming
(bv.
MRI),
bloedtests,
stofwisselingstesten
en
soms
een
cerebrospinale
punctie
omvatten.
Specifieke
aandoeningen
vereisen
gerichte
diagnostiek
en
immunologische
tests.
revalidatie,
en
het
behandelen
van
de
oorzaak
waar
mogelijk
(bijv.
plasmaparese
of
IVIG
bij
Guillain-Barré,
anticholinesterase
medicijnen
en
immuuntherapie
bij
myasthenia
gravis).
Prognose
varieert
sterk
per
aandoening
en
bereik
van
verlamming;
sommige
oorzaken
zijn
reversibel,
andere
chronisch
progressief.
Complicaties
zoals
longontsteking,
decubitus
of
contracturen
vereisen
preventie
en
vroege
interventie.