scheidde
Scheidde is de imperfectumvorm van het Nederlandse werkwoord scheiden. Scheiden betekent uiteen gaan: twee dingen van elkaar losmaken, een groep of relatie ontbinden, of een scheiding van stoffen. Scheidde wordt gebruikt wanneer de handeling in het verleden plaatsvond en het onderwerp enkelvoudig is. De tegenwoordige tijd is scheidt, en voor meervoudige onderwerpen geldt scheidden in de verleden tijd. Het voltooide deelwoord is gescheiden, en in combinatie met zijn of hebben vormt het de voltooide tijd (bij relatiebreuken meestal met zijn: zij is gescheiden; bij andere veranderingen kunnen het hebben of zijn zijn, afhankelijk van context).
In gebruik onderscheidt scheiden zich van elkaar bij fysieke splitsing en bij abstracte ontbinding. Voor relaties,
Voorbeelden: Het koppel scheidde na jaren van ruzie. Tijdens het chemische proces scheidde de emulsie in twee