Home

schaakpartij

Schaakpartij is een spel tussen twee spelers die een schaakbord met 64 velden gebruiken. Elke speler heeft 16 stukken: 1 koning, 1 koningin, 2 torens, 2 paarden, 2 lopers en 8 pionnen. Het doel is om de tegenstander schaakmat te zetten of de tegenstander tot opgave te dwingen. De partij begint met wit die de eerste zet uitvoert en vervolgens om beurten zet.

In de beginspositie staan de stukken op vaste velden: torens in de hoeken, paarden naast de torens,

Een partij kent doorgaans drie fasen: openingsfase, middenspel en eindspel. Gedurende de openingsfase worden stukken ontwikkeld

De partij kan eindigen in winst, verlies of remise. Regels omvatten schaak en schaakmat, pat (een positie

lopers
naast
de
paarden,
de
koningin
op
d1
bij
wit
en
d8
bij
zwart
(koning
op
e1
bij
wit
en
e8
bij
zwart).
De
pionnen
vullen
de
tweede
en
zevende
rij.
en
wordt
geprobeerd
het
centrum
onder
controle
te
krijgen
en
de
koning
veilig
te
stellen,
vaak
door
rokade.
Het
middenspel
draait
om
strategie
en
concrete
zetten
tegen
de
tegenstander.
Het
eindspel
ontstaat
wanneer
nog
weinig
stukken
over
zijn;
daarin
kunnen
lopers,
torens
en
pionnen
vaak
beslissend
zijn.
waarin
de
speler
geen
legale
zet
meer
heeft
terwijl
hij
niet
in
schaak
staat),
en
de
vijftig-zetregel
voor
remise.
Zetten
worden
meestal
vastgelegd
in
algebraïsche
notatie,
waarbij
stukken
worden
aangeduid
met
hoofdletters
K/Q/R/B/N
en
pionnen
zonder
letter,
en
met
notaties
als
e4,
Nf3,
exd5,
O-O
en
e8=Q.
Tijdscontroles
variëren
van
klassiek
tot
rapid
tot
blitz;
online
en
in
clubs
worden
partijen
geregeld
gespeeld.