Home

ruimtevaartomgevingen

Ruimtevaartomgevingen verwijzen naar de fysische en operationele omstandigheden waaronder ruimtevaartuigen en hun bemanning functioneren. Dit omvat de ruimte zelf buiten de atmosfeer, met microzwaartekracht, vacuüm, stralingsvelden en extreme temperatuurwisselingen, evenals de omgevingen tijdens lancering en terugkeer, zoals atmospherische wrijving, geluid en trillingen, en de nabijheid van andere voertuigen tijdens docking of manoeuvres. Voor ontwerpen en operaties vormen deze omgevingen grenzen waaraan systemen, materialen en menselijke factoren moeten voldoen.

Belangrijke kenmerken zijn microzwaartekracht (gedrag van vloeistoffen, mens en systemen verandert aanzienlijk), langdurig vacuüm (geen draagvermogen

Ontwerp en operaties richten zich op mitigatie: levensondersteuningssystemen, voeding en waterbeheer voor bemanning, afvalbeheer en betrouwbare

van
de
atmosfeer,
lage
druk),
stralingsvelden
(galactische
straling,
zonne-
en
ruimtestraling
tijdens
passage
door
Van
Allen-gordels),
en
temperatuurvariaties
van
extreem
koud
tot
heet,
afhankelijk
van
zonlicht
en
schaduw.
Daarnaast
spelen
microdeeltjes
zoals
micrometeoroïden
en
stof,
evenals
trillingen
en
akoestische
belastingen
bij
lancering
en
motorbranden.
Contaminatie
en
outgassing
kunnen
ook
de
prestaties
beïnvloeden
en
eisen
strikte
contaminatiecontrole.
elektrische
voeding;
thermische
regeling
en
warmteafvoer;
stralingsbescherming
en
shielding;
bescherming
tegen
micrometeoroïden;
redundantie
in
systemen;
ruimtepakken
voor
extravehicular
activity
(EVA).
Tests
vinden
plaats
in
vacuümkamers,
thermische
kamers
en
parabolische
vluchten,
en
simulaties
in
testfaciliteiten.
Bij
missieplanning
wordt
rekening
gehouden
met
variaties
per
missie,
zoals
korte
lanceringen
of
langere
in-orbit-missies.