ruïneren

Ruïneren is een Nederlands werkwoord met als kernbetekenis iemand of iets ernstig beschadigen of ondermijnen, meestal met het gevolg van grote en blijvende schade. Het kan betrekking hebben op financiële ondergang van een persoon of organisatie, maar ook op het ernstig verwoesten van plannen, reputatie of voorwerpen. Het gebruik is vooral formeel en komt voor in economische, juridische en literaire teksten, maar ook in dagelijkse taal wanneer iemand zegt dat iets is geruïneerd.

Etymologie en spelling: ruïneren is afgeleid van het zelfstandig naamwoord ruïne en het suffix -eren. De spelling ruïneren bevat een diaerese (diëresis) op de i om aan te geven dat het twee syllables heeft: ru-ï-ne-ren. De term duidt op een proces van aanzienlijke schade en kan zowel letterlijk als figuurlijk worden gebruikt: bijvoorbeeld een crisis die een bedrijf ruïneert, of een fout die iemands reputatie ruïneert.

Voorbeelden: De kredietcrisis ruïneert het bedrijf. Zijn roekeloze beslissingen hebben zijn carrière geruïneerd. De brand heeft het erfgoed ernstig geruïneerd.

Zie ook: ruïne (nederlands), verwoesten, ondergang, onderuitgaan.