Home

ripariegebiede

Riparische gebieden, ook wel zones langs waterlopen zoals rivieren, kanalen en beekdalen, vormen de overgang tussen land- en waterecosystemen. Ze functioneren als ecotones waar eigenschappen van beide omgevingen samenkomen en waar de hydrologie een belangrijke rol speelt.

Kenmerken zijn onder meer een natte tot vochtige bodem, regelmatige overstromingen of wisselende watertabellen en een

Ecologische functies omvatten waterkwaliteit en erosiebestrijding, doordat nutriënten en sedimenten worden gefilterd en oeverkanten worden gestabiliseerd.

Menselijk gebruik en beheer: riparische gebieden fungeren als bufferzones bij landbouw en bebouwing om waterkwaliteit en

Bedreigingen en maatregelen: ontwatering, verdroging, kanaalisatie en verstening verminderen hun ecologische functies. Invasieve planten zoals Japanse

eigenaardige
plantengemeenschap.
Aan
de
oever
vind
je
vaak
wilgen
en
elzen,
aangevuld
met
populieren,
riet,
lisdodden
en
zegges.
Deze
zones
vormen
belangrijke
verbindingsplekken
voor
flora
en
fauna
en
bevorderen
de
biodiversiteit
langs
waterlopen.
Ze
bieden
broed-
en
schuilplaatsen
voor
vogels,
amfibieën
en
vissen,
geven
schaduw
en
temperatuurscherming
aan
het
water
en
dragen
bij
aan
koolstofopslag
en
de
natuurlijke
waterbalans.
biodiversiteit
te
beschermen.
Herstelprojecten
streven
naar
natuurlijke
oevers,
terugkeer
van
inheemse
planten
en
herstel
van
waterafvoerpatronen,
terwijl
beheer
gericht
is
op
behoud
van
inheemse
soorten,
beheersing
van
verstoring
en
betrokkenheid
van
lokale
gemeenschappen.
duizendknoop
(Fallopia
japonica)
en
Himalaya-balsam
(Impatiens
glandulifera)
verdringen
de
inheemse
flora.
Beleid
en
praktijk,
waaronder
de
Europese
Kaderrichtlijn
Water
en
nationale
waterbeheerplannen,
stimuleren
behoud
en
reconstructie
van
riparische
gebieden
via
brede
bufferstroken
langs
waterlopen
en
monitoring.