Home

psychoseksuele

Psychoseksualiteit verwijst naar de wisselwerking tussen psychologische factoren en seksuele ontwikkeling en ervaring. Het begrip beschrijft hoe gevoelens, verlangens en identiteiten zich vormen in relatie tot relaties, gezondheid en gedrag gedurende de levensloop. Het omvat zowel de individuele ervaring van seksualiteit als de sociale en culturele context waarin deze tot uitdrukking komt.

Historisch werd psychoseksualiteit vooral geassocieerd met Sigmund Freud en zijn theorie van psychoseksuele ontwikkeling. Volgens Freud

In de hedendaagse praktijk wordt psychoseksualiteit ook gebruikt binnen seksuele gezondheidszorg en seksuologie. Professionals kijken naar

Kritiek en nuance: Freud’s stadia worden door velen bekritiseerd vanwege beperkte empirische onderbouwing en deterministische aannames.

doorlopen
mensen
opeenvolgende
stadia:
orale,
anale,
fallische,
latentie
en
genitale.
In
elk
stadium
ligt
de
focus
van
de
libido
op
een
specifieke
erogene
zone,
en
conflicten
of
fixaties
kunnen
volgens
de
theorie
latere
gedrags-
en
persoonlijkheidskenmerken
beïnvloeden.
Moderne
psychologen
zien
dit
model
als
invloedrijk
voor
historische
en
culturele
context,
maar
benadrukken
dat
seksuele
ontwikkeling
veel
factoren
omvat,
waaronder
biologische,
cognitieve,
sociale
en
culturele
invloeden.
seksuele
respons,
plezier,
functioneren
en
eventuele
disfuncties,
en
passen
een
biopsychosociale
benadering
toe.
Dit
omvat
aandacht
voor
lichamelijke
gezondheid,
rela-tiekwaliteit,
psychologisch
welzijn
en
opvoeding
of
cultuur
die
van
invloed
zijn
op
seksualiteit.
Hedendaagse
theorieën
beschrijven
seksualiteit
als
flexibel
en
contextafhankelijk,
met
aandacht
voor
genderidentiteit,
seksualiteit
en
diverse
vormen
van
relatie-
en
consentervaring.
In
onderwijs,
klinische
settings
en
onderzoek
blijft
psychoseksualiteit
een
overkoepelende
term.