Home

palatalisatie

Palatalisatie is een fonetisch-phonologisch proces waarbij een medeklinker een palatale of palataalachtige articulatie krijgt. Het kan optreden als een secundaire articulatie, waarbij de tong tegen het harde gehemelte trekt terwijl de oorspronkelijke articulatie behouden blijft, of als een verschijnsel waarbij de medeklinker zelf een palatale klank wordt. Palatalisatie komt voor in veel talen en kan fonemisch onderscheidend zijn (er ontstaat dan een apart palatale klank) of alleen als varianten zonder fonemisch verschil.

De belangrijkste mechanismen zijn triggers die een frontale klinker volgen (zoals i, e, y) of de aanwezigheid

Een bekend voorbeeld uit de taalwetenschap is het Russisch, waarin consonanten voor de klinkers i of e

van
een
j-achtige
semivocaal;
in
veel
talen
vindt
iotisatie
plaats,
wat
leidt
tot
zachtere,
palatale
klanken.
Typen
palatalisatie
zijn
onder
meer:
1)
secundaire
palatalisatie,
wat
resulteert
in
klanken
zoals
[tʲ],
[dʲ],
[lʲ],
[nʲ]
naast
de
oorspronkelijke
klank;
2)
echte
palatale
consonanten
zoals
[t͡ɕ],
[d͡ʑ],
[ɲ].
vaak
zacht
worden,
aangeduid
in
het
schrift
met
de
zachte
teken
ь;
bijvoorbeeld
мать
[matʲ],
мир
[mʲir].
Palatalisatie
heeft
zowel
synchronische
(huidige
spraak)
als
diachrone
(historische)
betekenis:
in
de
loop
der
tijd
kan
het
leiden
tot
blijvende
klankverschuivingen
en
nieuwe
fonologische
paren
harde
versus
zachte
klanken.