Home

oplosmiddelretentie

Oplosmiddelretentie is de hoeveelheid oplosmiddel die achterblijft in een materiaal na droging of verwerking. Het wordt meestal uitgedrukt als de massa van het achtergebleven oplosmiddel per massa van het droge materiaal (wt%), soms als percentage van het natte gewicht of drooggewicht, afhankelijk van de gebruikte meetmethode.

Het begrip is relevant omdat oplosmiddelretentie de eigenschappen van een materiaal beïnvloedt, zoals mechanische sterkte, dimensionale

Factoren die de retentie beïnvloeden zijn onder meer het type oplosmiddel (polair versus apolair, vluchtigheid), de

Meetmethoden omvatten gravimetrie (weging voor en na droging), headspace-gaschromatografie (HS-GC) of GC-MS voor kwantitatieve meting van

Toepassingsgebieden zijn coatings en verven, inkt, lijmen, kunststof- en composietverwerking, en wood-finishing. Beheersing van oplosmiddelretentie gebeurt

stabiliteit,
krimp
en
slijtvastheid.
Een
hoge
retentie
kan
ook
leiden
tot
langere
emissietijden
van
vluchtige
organische
verbindingen
(VOC)
en
potentieel
veiligheids-
en
gezondheidsrisico’s
bij
verwerking
en
gebruik.
bindmiddel-
en
polymeerkeuze,
het
droog-/uitharingsproces,
temperatuur,
tijd
en
ventilatie,
en
de
interactie
tussen
oplosmiddel
en
substraat
of
crosslinking.
Ook
de
filmvorming
en
de
aanwezigheid
van
additieven
spelen
een
rol.
oplosmiddelen,
en
soms
FTIR
of
Karl
Fischer
voor
bijbehorende
componenten.
Er
zijn
internationale
normen
en
standaardtesten
die
methoden
voor
residueel
oplosmiddel
beschrijven,
met
name
in
coatings,
lijmen
en
kunststofverwerking.
via
formulering
met
hogere
solids,
gebruik
van
minder
vluchtige
oplosmiddelen,
snellere
of
gecontroleerde
droging,
en
ventilatie-
of
recirculatiesystemen.
Reguleringen
rondom
VOC
blijven
hierbij
een
drijvende
factor.