onbetwistbaar

Onbetwistbaar is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat onbetwijfelbaar of indiscutabel betekent. Het duidt aan dat iets niet redelijk betwijfeld kan worden en als waar of aanvaardbaar wordt beschouwd zonder debat. In formele, analytische en journalistieke teksten werkt het vaak als een sterke uitspraak om zekerheid of betrouwbaarheid te benadrukken.

Etymologie en gebruiksveld: Het woord bestaat uit on- (niet) en betwistbaar (onderhandelbaar of betwistbaar). Het is verwant aan termen als onbetwijfelbaar en onomstreden. Het kan zowel attributief als predicatief gebruikt worden, bijvoorbeeld in zinsneden als onbetwistbaar bewijs of de conclusies zijn onbetwistbaar.

Voorbeelden van gebruik: De bevindingen zijn onbetwistbaar. Dat is onbetwistbaar bewijs dat de hypothese ondersteunt. In een onderzoeksrapport kan worden gesteld: de data leveren onbetwistbaar bewijs op, wat leidt tot een heldere conclusie. Het woord draagt een formeel en soms strijdlustig toonniveau en wordt doorgaans vermeden in informele conversatie.

Nuances en verwante termen: Synoniemen omvatten onbetwijfelbaar en onomstreden. Het verschil ligt in nuance: onbetwistbaar benadrukt de onweerlegbaarheid en het gebrek aan twijfel, terwijl onbetwijfelbaar sterker kan als een directe ontkenning van twijfel worden opgevat. Onomstreden verwijst vaker naar breed erkende feiten die door meerdere bronnen als waar worden gezien.

Overige opmerkingen: Onbetwistbaar komt frequent voor in juridische, wetenschappelijke en media-contexten waar duidelijke, onverzettelijke conclusies gewenst zijn. Het is geen merknaam of specifieke organisatie, maar een algemeen taalelement in het Nederlands.