Home

omgevingssignalen

Omgevingssignalen verwijzen naar signalen in een omgeving die het gedrag, de perceptie of de besluitvorming van een organisme kunnen beïnvloeden. Ze kunnen afkomstig zijn uit verschillende modaliteiten, zoals visuele cues (verkeersborden, kleurcodering), auditieve cues (waarschuwingstonen, achtergrondgeluid), olfactorische cues (geuren die betekenis dragen), tactiele cues (aanraking of textuur) en ruimtelijke cues (ruimte-indeling, proximiteit). Signalen kunnen doelbewust worden geplaatst om gedrag te sturen, maar ook onbedoeld door eigenschappen van de omgeving ontstaan.

Typen omgevingssignalen omvatten directe signalen die directe acties oproepen (stoplichten, pijlrichtingen), contextuele signalen die de interpretatie

Functies van omgevingssignalen zijn onder andere het verminderen van onzekerheid, het vergemakkelijken van cognitieve verwerking, het

Onderzoekers bestuderen omgevingssignalen in velden als omgevingspsychologie, ergonomie, verkeersveiligheid en human–computerinteractie. Methoden omvatten veldexperimenten, laboratoriumstudies en

Toepassingen variëren van ontwerp van openbare ruimten en verkeersinfrastructuur tot winkelontwerp, werkplekplanning en diergedragstudies. Door inzicht

van
een
situatie
beïnvloeden
(layout
van
een
ruimte,
nabijheid
van
anderen),
sociale
signalen
(kijkgedrag,
groepsdynamiek)
en
ambient
cues
(lichtniveau,
temperatuur,
geluidniveau).
verhogen
van
veiligheid,
en
het
faciliteren
van
sociale
coördinatie
en
gewenste
gedragsuitkomsten.
veranderingen
in
bestaande
omgevingen,
met
aandacht
voor
validiteit
en
ethische
implicaties.
in
omgevingssignalen
kan
de
gebruiker
beter
worden
ondersteund,
kans
op
fouten
worden
verminderd
en
de
beleving
of
prestaties
worden
beïnvloed.