Home

nietporeuze

Nietporeuze, of niet-porieuze, materialen hebben weinig tot geen open poriën in hun interne structuur. De porositeit is extreem laag, waardoor vloeistoffen of gassen nauwelijks door het materiaal kunnen migreren. In technische termen verwijst niet-poreus vaak naar een dichte of gesloten poriënstructuur. Echt niet-poreuze materialen laten geen significante open poriën achter; kleine scheuren of microcracks kunnen wel transport mogelijk maken, maar deze dragen doorgaans niet bij aan reguliere porositeit.

Belangrijke eigenschappen zijn een hoge dichtheid en geringe absorptie. Het oppervlak is vaak zeer glad of

Voorbeelden van niet-poreuze materialen zijn glas, gepolijst roestvrij staal en andere metalen, gecurde keramische oppervlakken die

Toepassingen variëren van bouw- en constructieonderdelen met waterdichte oppervlakken tot medische instrumenten, cleanroomcomponenten, behuizingen voor elektronische

Meting van porositeit gebeurt meestal met technieken zoals mercury intrusion porosimetry of gasadsorptie; voor niet-poreuze materialen

gepolijst,
wat
reiniging
vergemakkelijkt
en
kruisbesmetting
vermindert.
De
chemische
stabiliteit
varieert
per
materiaal;
sommige
niet-poreuze
materialen
zijn
zeer
inert,
terwijl
andere
gevoeliger
zijn
voor
chemische
agressie
als
gevolg
van
verbindingen
in
microstructuren
of
oppervlaktelaagjes.
volledig
gegloeid
of
gesinterd
zijn,
en
bepaalde
kunststoffen
die
onder
productie-
en
afwerkingstechnieken
een
dicht,
poriearm
oppervlak
leveren.
Bij
juiste
verwerking
kunnen
deze
materialen
waterdicht
en
bestand
tegen
lekkage
zijn.
apparatuur
en
hygiënische
oppervlakken
in
voedsel-
en
drankenindustrie.
Niet-poreuze
oppervlakken
worden
ook
geprefereerd
waar
chemische
reiniging,
steriliteit
en
snelle
droging
vereist
zijn.
is
de
porositeit
doorgaans
extreem
laag
of
nul.
Het
begrip
onderscheidt
zich
van
poreuze
materialen,
die
kenmerkende
poreuze
netwerken
en
transporteigenschappen
vertonen.