Home

neuroontwikkelingsstoornissen

Neuroontwikkelingsstoornissen vormen een groep aandoeningen die zich kenmerken door aantasting van de ontwikkeling van het zenuwstelsel. Ze ontstaan meestal in de kindertijd en beïnvloeden onder meer cognitieve functies, taal en communicatie, motorische vaardigheden, en sociale of gedragsmatige regulatie. De oorzaken zijn multifactorieel, met een rol voor genetische factoren in combinatie met prenatale, perinatale en omgevingsinvloeden. Het beloop en de ernst variëren sterk per stoornis en per individu.

Voorbeelden van neuroontwikkelingsstoornissen zijn ADHD (aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit), autismespectrumstoornis, leerstoornissen zoals dyslexie en dyscalculie, taal-

Diagnostiek gebeurt doorgaans op basis van klinische beoordeling, informatie uit observaties en ontwikkelingsgeschiedenis, en wordt vaak

Behandeling is meestal multidisciplinair en gericht op het verbeteren van functies en participatie in het dagelijks

Het vooruitzicht hangt af van de stoornis, de tijdigheid van interventie en de ondersteuning die iemand ontvangt.

en
spraakstoornissen,
ontwikkelingscoördinatiestoornis,
ticstoornissen,
en
verstandelijke
beperking.
Ook
bij
jonge
kinderen
kan
een
globale
ontwikkelingsachterstand
worden
vastgesteld.
Deze
stoornissen
komen
vaak
voor
onderling
samen
(comorbiditeit)
en
hebben
vaak
gevolgen
voor
school,
werk
en
het
dagelijkse
functioneren.
ondersteund
door
gestandaardiseerde
diagnostische
criteria
uit
systemen
zoals
DSM-5-TR
of
ICD-11.
Vroege
herkenning
en
beoordeling
zijn
belangrijk
om
tijdig
ondersteuning
te
bieden.
leven.
Dit
kan
bestaan
uit
onderwijsaanpassingen,
logopedie,
ergotherapie
en
fysiotherapie,
gedrags-
en
oudertraining,
en
psychosociale
ondersteuning.
Medicatie
kan
ingezet
worden
bij
specifieke
stoornissen
(bij
ADHD
vaak
stimulantia;
bij
autismespectrumstoornis
soms
medicatie
voor
specifieke
symptomen
of
comorbide
aandoeningen).
Met
gerichte
begeleiding
lukt
het
vaak
om
de
functionele
gevolgen
aanzienlijk
te
beperken
en
de
kwaliteit
van
leven
te
verbeteren.
Prevalentie
verschilt
per
stoornis,
maar
een
groot
deel
van
de
kinderen
heeft
ten
minste
één
neuroontwikkelingsstoornis
in
meer
of
mindere
mate.