netwerktrafiek

Netwerktrafiek is de data die over een computernetwerk wordt verzonden en ontvangen. Het bestaat uit datapakketten die door routers en switches worden doorgegeven en bij de bestemming weer samengevoegd. Deze trafiek komt van verschillende toepassingen en protocollen, zoals webverkeer, e-mail, videostreaming en bestandsdeling.

Belangrijke meetpunten zijn onder meer throughput (effectieve bandbreedte), latency (vertraging), jitter (variatie in vertraging) en packet loss (pakketverlies). Trafiek kan continu zijn of in bursts, en het gedrag verschilt per toepassing; bijvoorbeeld interactieve toepassingen vereisen lage latency, terwijl bestandenkopieën meer bandbreedte vragen.

Het beheer van netwerktrafiek gebeurt door netwerkelementen zoals routers en switches, die paden bepalen en afleveringsruimten toewijzen. Mechanismen als Quality of Service (QoS), traffic shaping en traffic policing sturen prioriteit en capaciteit. Congestiebeheer probeert verzadiging te voorkomen door verstuursnelheden aan te passen.

Voor analyse en monitoring worden technologieën als NetFlow, IPFIX en sFlow gebruikt om verdelingsinformatie van verkeer te verzamelen. Packet capture-tools als Wireshark en tcpdump leveren gedetailleerde beelden van communicatie. Netwerkbeheerders gebruiken ook SNMP, logging en dashboards om trends en anomalieën te herkennen.

Beveiliging en privacy spelen een rol bij netwerktrafiek. Encryptie, zoals TLS, maakt inspectie moeilijker maar verhoogt privacy en veiligheid. Tegelijkertijd worden monitoring en anomaliedetectie ingezet om DDoS-aanvallen, misbruik en inbreuken te signaleren.

Trends in netwerktrafiek omvatten de toename van IPv6, meer verkeer in de cloud en edge, en de opkomst van software-defined networking (SDN) en telemetry voor geautomatiseerd beheer. IoT-apparaten dragen bij aan een andere verdeling van verkeer in netwerken met relatief veel kleine, frequente datapakketten.