Home

netwerkapparaten

Netwerkapparaten zijn hardwarecomponenten die worden gebruikt om computernetwerken op te bouwen, uit te breiden en te beheren. Ze verzorgen de overdracht van data tussen apparaten, verdelen het netwerk in segmenten en ondersteunen beveiliging en prestatiebeheer. Netwerkapparaten opereren op verschillende niveaus van het OSI-model, van fysieke connectiviteit tot routing en beleidsafhandeling.

Veelvoorkomende typen zijn routers, switches, hubs, bridges, modems en access points. Routers verbinden netwerken met elkaar

Andere belangrijke netwerkapparaten zijn firewalls, die verkeer controleren volgens beveiligingsregels; VPN-gateways, die veilige tunnels tussen netwerken

Netwerkapparaten worden zowel in thuisnetwerken als in bedrijfsnetwerken en datacenters toegepast en variëren incomplexiteit, prestaties en

en
bepalen
de
beste
route
voor
datapakketten,
vaak
met
functies
zoals
NAT
en
QoS.
Switches
zorgen
voor
verbindingen
binnen
een
lokaal
netwerk
en
bouwen
een
MAC-adrestabel
op
om
frames
efficiënt
door
te
sturen;
ze
zijn
verkrijgbaar
als
unmanaged
en
managed
varianten.
Hubs
verspreiden
signalen
naar
alle
poorten
en
laten
minder
gecontroleerde
toegang
toe,
waardoor
ze
meestal
zijn
vervangen
door
switches.
Bridges
koppelen
twee
netwerksegmenten
en
filteren
frames
op
basis
van
MAC-adressen.
Modems
moduleren
en
demoduleren
signalen
voor
verbindingen
met
een
leverancier
of
het
internet.
Access
points
verzorgen
draadloze
connectiviteit
voor
clients
en
verbinden
die
draadloze
netwerken
met
bekabelde
netwerken.
mogelijk
maken;
en
load
balancers,
die
verkeer
verdelen
over
meerdere
servers
om
beschikbaarheid
en
prestaties
te
verbeteren.
In
bedrijfsomgevingen
worden
vaak
centrale
beheer-
en
monitoringsystemen
toegepast
(bijvoorbeeld
via
SNMP
of
webinterfaces)
om
configuraties,
firmware
en
redundantie
te
beheren.
beheerfuncties.
Ze
vormen
de
basis
voor
betrouwbare,
beveiligde
en
schaalbare
netwerken.