Home

nearinfraredspectroscopie

Nabij infraroodspectroscopie, vaak afgekort als NIRS, is een spectroscopietechniek die gebruikmaakt van het nabij-infraroodgebied van het elektromagnetische spectrum (ongeveer 780 tot 2500 nanometer). In dit gebied treden overtonen en combinatiebanden van moleculaire bindingen op, met name O-H, N-H en C-H. De hierdoor verkregen spectra zijn meestal samengesteld uit brede, overlappende pieken, die in combinatie met chemometrische modellen informatie geven over de chemische samenstelling en fysische eigenschappen van een materiaal. NIRS is zowel kwalitatief als kwantitief toepasbaar.

Principes

De methode maakt gebruik van absorptie van nabij-infraroodstraling door moleculaire bindingen. In praktijk worden reflectie- of

Instrumentatie

Een NIRS-systeem omvat een lichtbron, een spectrometer en een detector, met opties variërend van standaard labapparatuur

Toepassingen

NIRS vindt brede toepassing in landbouw en voeding (water-, eiwit- en suikermetingen), farmaceutische en chemische productieprocessen,

Voordelen en beperkingen

Belangrijke voordelen zijn snelheid, non-destructiviteit, minimale monstervoorbereiding en de mogelijkheid tot draagbare metingen. Nadelen zijn onder

transmittiesignalen
gemeten
en
vertaald
naar
concentraties
van
componenten
via
calibratiemodellen,
vaak
gebaseerd
op
multivariate
analysetechnieken
zoals
partial
least
squares
(PLS)
regressie.
Door
spekcrodata
en
referentiegegevens
kunnen
voorspellingen
snel
en
met
weinig
of
geen
monsterspecifieke
voorbereiding
worden
gedaan.
tot
draagbare,
robuuste
units.
Veelgebruikte
detectietechnologieën
zijn
InGaAs-
of
InSb-detectors.
Voor
monsters
in
situ
wordt
vaak
gebruikgemaakt
van
draadvloeitpraktijken,
diffuse
reflectie
of
transflectie,
met
optrode-
of
fiberoptische
probes.
polymeren
en
materialen,
en
in
de
medische
sector
voor
non-invasieve
metingen
zoals
weefseloxygenering
en
chemische
samenstelling.
Het
is
ook
nuttig
voor
kwaliteitscontrole
en
procesbewaking.
meer
de
afhankelijkheid
van
robuuste
calibratiemodellen,
gevoeligheid
voor
monsterstructuur
en
scatter
en
beperking
tot
moleculaire
overtonen
die
in
dit
gebied
voorkomen.