monocotylische
Monocotylische, ook wel monocots genoemd, zijn een kloof van bloemplanten die bij kieming één zaadlob (cotyledon) hebben. Ze vormen een van de twee grootste hoofdgroepen van de angiospermen en omvatten onder meer grassen, lelies en orchideeën, maar ook belangrijke voedselgewassen zoals tarwe, rijst, maïs en haver. Monocotylische planten komen wereldwijd voor, vooral in tropische en subtropische streken, maar zijn ook in gematigde gebieden talrijk.
Belangrijke kenmerken zijn onder andere: zaadlob één; bladeren met parallelle nervatuur; bloemonderdelen gewoonlijk in veelvouden van
Classification en evolutie: in moderne systemen, zoals APG, vormen monocots een duidelijke clade binnen de angiospermen
Economische en ecologische betekenis: monocots leveren talrijke voedselgewassen, bouwmaterialen en ornamentale planten. Ze spelen een cruciale