Home

mondgevoelstoornissen

Mondgevoelstoornissen is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij in de mondholte abnormaliteiten in de gevoelswaarneming optreden die niet kunnen worden verklaard door een duidelijke lokale oorzaak. De bekendste en meest onderzochte vorm is het brandend mondsyndroom (burning mouth syndrome, BMS), gekenmerkt door een chronisch brandend of schroeierig gevoel in de tong of andere delen van de mond, vaak gepaard gaand met droogheid, die geen duidelijke ontsteking of slijmvliesafwijking laat zien. Daarnaast komen orale paresthesieën of dysaesthesieën voor (zoals prikken, tintelingen of gevoelsverlies) en smaakstoornissen (dysgeusia of veranderde smaaksensatie) voor.

Oorzaken en risicofactoren zijn vaak multifactorieel. Een neuropathische component speelt een belangrijke rol, met mogelijke bijdragen

Diagnostiek richt zich op uitsluiting en zorgvuldige beoordeling. Dit omvat anamnese en klinisch mondonderzoek, het uitsluiten

van
hormonale
veranderingen,
vooral
bij
vrouwen
in
de
perimenopauze,
voedingsdeficiënties
(zoals
ijzer,
vitamine
B12,
folaat,
zink),
xerostomie
(droge
mond),
diabetes
en
auto-immuun-
of
ontstekingsziekten.
geneesmiddelen
(bijvoorbeeld
sommige
antidepressiva
of
bloeddrukmedicijnen)
kunnen
symptomen
verergeren.
Externe
factoren
zoals
roken,
overmatig
alcoholgebruik
en
stress
kunnen
triggers
zijn.
Soms
blijft
de
oorzaak
onbekend
ondanks
uitgebreid
onderzoek.
van
lokale
oorzaken
zoals
candida-infecties,
mucosale
laesies
of
dentale
irritatie,
en
soms
bloedonderzoek
of
speekselanalyses
om
tekorten
of
systemische
aandoeningen
op
te
sporen.
Behandeling
is
meestal
multidisciplinair
en
afgestemd
op
de
individuele
situatie.
Advies
over
orale
zorg,
hydratatie
en
vermijden
van
irriterende
stoffen
is
nuttig,
evenals
behandeling
van
onderliggende
aandoeningen.
Voor
symptomen
kan
medicamenteuze
behandeling
overwegen
worden,
waaronder
pijnmodulerende
middelen
(bijv.
gabapentinoïden,
antidepressiva)
en
lokaal
toepasselijke
therapieën
(bijv.
clonazepam)
of
salivavervangers.
Prognose
varieert;
sommige
mensen
ervaren
verbetering
met
tijd
en
behandeling,
anderen
hebben
een
chronisch
beloop
met
fluctuaties.