macrconjunctuur

Macrconjunctuur is een term uit de economische analyse die verwijst naar de macro-economische toestand van een land en de cyclische schommelingen daarin. Het describeert hoe de economie zich ontwikkelt rond de trendgroei, met periodes van expansie en krimp die samen de conjunctuur vormen.

De conjunctuur wordt doorgaans onderverdeeld in vier fasen: expansie (uitbreiding van productie en inkomen), hoogconjunctuur (top van de activiteit), recessie (terugval in productie en werkgelegenheid) en herstel (opnieuw toenemende activiteit). Gedurende een expansie stijgt doorgaans productie, werkgelegenheid en consumentenbestedingen; tijdens een recessie nemen deze variabelen doorgaans af en starten investeringen en consumptie af te nemen.

Belangrijke statistische indicatoren helpen bij het volgen van de macrconjunctuur. Leading indicators prognostiseren toekomstige ontwikkelingen en kunnen onder meer consumentenvertrouwen, orderboekjes, bouwactiviteit en aandelenmarkten omvatten. Coincident indicators geven de huidige stand weer, zoals bbp-groei, industriële productie en werkgelegenheid. Lagging indicators veranderen pas achteraf, bijvoorbeeld inflatie, loonkosten en de mate van schuldenlast. Analyse vindt vaak plaats op nationaal en regionaal niveau, met vergelijkingen over tijd en tussen landen.

Onderscheid wordt gemaakt tussen vraag- en aanbodfactoren. De conjunctuur wordt beïnvloed door aggregatieve vraag (consumptie, investeringen, overheidsuitgaven en netto-externe vraag) en door aanbodkrachten zoals arbeidsmarktontwikkeling en technologische voortgang. Beleidsinstrumenten, waaronder monetair beleid (rente) en fiscaal beleid (overheidsuitgaven en belastingen), streven er vaak naar om de conjuncturele fluctuaties te verzachten via automatische stabilisatoren en beleidsinterventies.

Gebruik en evaluatie van macrconjunctuuranalyses helpen bij bedrijfsplanning, investeringsbeslissingen en beleidsontwerp, terwijl onzekerheid en modelafhankelijkheid beperkingen blijven vormen.