Home

maattheorie

Maattheorie is een tak van de wiskundige analyse die zich richt op de formele behandeling van maat en integratie, met bijzondere aandacht voor meetbare functies en de integratie daarvan met betrekking tot een maat. Een maatruimte bestaat uit een verzameling X, een σ-algebra F van deelverzamelingen van X en een maat μ: F → [0, ∞], die voldoet aan μ(∅) = 0 en σ-additiviteit: μ(∪i Ai) = ∑ μ(Ai) voor disjuncte Ai in F. Een functie f: X → R ∪ {±∞} is meetbaar als {x: f(x) > t} ∈ F voor alle realistische drempels t. De Lebesgue-integratie wordt gedefinieerd via eenvoudige functies en de limiet van integralen van eenvoudige functies; zij biedt een robuuste generalisatie van de Riemann-integratie, vooral bij functies met onregelmatige of ongelijke verdelingen.

Belangrijke constructies zijn meetbare ruimtes, meetbare functies en de integratie met betrekking tot μ. Bekende voorbeelden zijn

Toepassingen vinden plaats in analyse, probabiliteit en statistiek: een kansmaat is een maat met μ(X) = 1,

Geschiedenis: de ontwikkeling begon bij de concepten van meetbaarheid en greep verder via Lebesgue’s theorie en

de
Lebesgue-maat
op
de
getallenlijn
en
Lebesgue-integratie
op
R,
maar
maattheorie
geldt
in
veel
meer
algemene
ruimtes.
Kernresultaten
omvatten
lineariteit
van
de
integraal,
het
Monotone
Convergen
Theorema
(MCT),
het
Dominated
Convergence
Theorem
(DCT)
en
het
Fubini-theorema,
die
essentieel
zijn
voor
dubbel-
en
meer-dimensionale
integratie.
wat
meetbare
gebeurtenissen
en
willekeurige
variabelen
definieert.
Maattheorie
vormt
ook
de
basis
voor
ruimtelijke
en
functionaal-analytische
methoden
en
voor
het
formele
kader
van
statistische
modellering.
werd
later
geformaliseerd
in
probabiliteit
door
Kolmogorov
(1933).