Home

luchtkwaliteitsveranderingen

Luchtkwaliteit verwijst naar de kwaliteit van de buitenlucht in een bepaald gebied en wordt bepaald door de concentraties van verontreinigende stoffen en de aanwezigheid van zwevende deeltjes. Belangrijke verontreinigende stoffen die doorgaans worden gemonitord zijn fijn stof (PM2.5 en PM10), stikstofdioxide (NO2), ozon op het grondniveau (O3), zwaveldioxide (SO2), koolstofmonoxide (CO) en, soms, benzeen. De luchtkwaliteit kan verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden en afhankelijk van seizoenen en weersomstandigheden.

Luchtkwaliteitsmetingen worden uitgevoerd via een netwerk van meetpunten en soms satellietgegevens of modellen. De resultaten worden

Langdurige blootstelling aan fijne stof (PM2.5) is in verband gebracht met ademhalings- en hartziekten en sterfte.

Belangrijke bronnen van verontreiniging zijn verkeer en transport, industrie, verwarming van woningen en natuurlijke bronnen zoals

vaak
samengevat
in
een
luchtkwaliteitsindex,
die
aangeeft
of
de
lucht
gezond,
mogelijk
ongezond
of
onveilig
is
voor
verschillende
blootstellingsduur.
Internationale
en
regionale
richtlijnen
geven
grenswaarden
voor
dagelijkse
en
jaarlijkse
concentraties
van
de
belangrijkste
stoffen.
Korte
perioden
van
hoge
concentraties
NO2
of
O3
kunnen
klachten
veroorzaken
bij
mensen
met
luchtwegproblemen
en
leiden
tot
verhoogd
ziekteverzuim.
Kinderen,
ouderen
en
mensen
met
bestaande
gezondheidsproblemen
vormen
vaak
een
extra
risico.
bosbranden
of
woestijnstof.
Beleidsmaatregelen
om
de
luchtkwaliteit
te
verbeteren
omvatten
strengere
emissienormen,
schone
transportmiddelen,
aanduiding
van
lage-emissiezones,
en
stimulering
van
schonere
verwarmings-
en
industriële
technologieën.
Het
doel
is
doorgaans
om
gezondheidsschadelijke
concentraties
te
verlagen
en
de
blootstelling
te
verminderen.