legionellapreventie

Legionellapreventie verwijst naar het voorkomen van groei en endotoxineproductie van Legionella-bacteriën in watersystemen, zodat legionellose, waaronder Legionnaires’ ziekte, en verwante aandoeningen worden voorkomen. Legionella wordt meestal aangetroffen in aerosolen uit waterinstallaties en wordt via inademing van kleine druppels overgedragen; het wordt niet via drinkwater overgedragen.

De bacterie kan voorkomen in diverse systemen zoals drinkwaterleidingen, douches, bubbelbaden, koeltorens en andere installaties waar water kan stagnëren en op temperatuur blijft die de groei bevordert. Risicogroepen zijn onder meer oudere volwassenen, rokers, mensen met longziekten, en mensen met een verzwakt immuunsysteem. Een combinatie van ontwerp, werking en onderhoud van systemen bepaalt het risico.

Preventieve maatregelen bestaan uit een risicoanalyse van gebouwen met waterinstallaties, gevolgd door een waterveiligheidsplan en beheersmaatregelen. Belangrijke maatregelen zijn onder meer het beheren van watertemperaturen (overal waar mogelijk warm water boven circa 60°C in opslag en leidingen, en koude wateronder 20°C), het voorkomen van stilstand en dode pijlen door doorspoelen en regelmatige circulatie, en het reinigen en desinfecteren van kranen, douchekoppen en warmtewisselaars. Dode leidingen en verouderde installaties moeten worden verwijderd of aangepast. In systemen zoals koeltorens en sproei-installaties gelden aanvullende maatregelen zoals continue waterbehandeling met biociden en regelmatige controle.

Monitoring en documentatie zijn essentieel: vastleggen van onderhoud, doorspoelingen en tests waar van toepassing. Testen op Legionella wordt meestal toegepast als ondersteunende maatregel en nooit als enige beheersinstrument. Bij vermoedelijke uitbraak worden lokale gezondheidsautoriteiten betrokken en passende maatregelen vastgesteld.