krommevormige

Krommevormige is in het Nederlands een bijvoeglijk naamwoord dat wordt gebruikt om een vorm te beschrijven die gebogen of krom is, en daarmee afwijkt van een rechte lijn. De term kan op verschillende vakgebieden worden toegepast, zoals biologie, anatomie, botanie en geologie, om morfologische kenmerken nauwkeurig te duiden.

De etymologie van krommevormige is eenvoudig: krom betekent gebogen of buigzaam, vorm verwijst naar de eigenschap van de structuur, en het achtervoegsel -ige maakt er een bijvoeglijk woord van. Samen ontstaat een term die expliciet de morfologie van een object of organisme aanduidt.

In de biologie kan krommevormige verwijzen naar organismen of celtypes met een gebogen of komvormige (comma- of krom) morfologie, zoals sommige bacteriën die geen rechte staaf vormen maar een gebogen vorm aannemen. In botanische beschrijvingen kan het worden toegepast op takken, bladeren of bloembladen die krom doorlopen of kromme randen vertonen. In geologie en mineralogie kan het slaan op kristalcontouren of gesteente-onderdelen die geen hoekige, rechte rand hebben maar gebogen lijnen volgen. In de anatomie kan het worden gebruikt voor weefsels of structuren die een duidelijke kromming vertonen.

Krommevormige is daarmee een algemene, descriptieve term die afhankelijk van de vaktermatiek op verschillende niveaus van morfologie wordt gebruikt. Het woord benadrukt de afwijking van rechte vormen en biedt een beknopte beschrijving van vormgevende kenmerken.