Home

koelingssnelheid

Koelingssnelheid is de snelheid waarmee de temperatuur van een object of systeem afneemt doordat warmte aan de omgeving wordt afgestaan. In praktische contexten wordt dit vaak uitgedrukt als de verandering in temperatuur per tijdseenheid, bijvoorbeeld in graden Celsius per seconde (°C/s) of Kelvin per seconde (K/s).

De afkoeling wordt bepaald door drie hoofdmechanismen van warmteoverdracht: geleiding, convectie en straling. De totale warmteafgifte

In het lumped-capacitance-model wordt aangenomen dat de temperatuur binnen het object uniform is, zodat de afkoeling

Factoren die de koelingssnelheid beïnvloeden zijn onder meer massa m, soortelijk warmtevermogen c, oppervlak A, warmteoverdrachtscoëfficiënt

Toepassingen en metingen omvatten elektronische koelontwerpen, voedselverwerking, automotive en industriële koelsystemen. Metingen met thermokoppels of infraroodcamera’s

Q̇
is
afhankelijk
van
het
temperatuurverschil
tussen
het
object
en
de
omgeving.
Voor
convectie
geldt
Q̇
≈
h
A
(T
−
T∞),
waardoor
dT/dt
=
−
[h
A
/(m
c)]
(T
−
T∞).
Hierin
is
h
de
convectiecoëfficiënt,
A
het
blootgestelde
oppervlak,
m
de
massa
en
c
de
soortelijke
warmte
van
het
materiaal.
een
eerste-orde
proces
is
met
tijdconstante
τ
=
m
c
/(h
A).
De
oplossing
is
T(t)
=
T∞
+
(T0
−
T∞)
e^(-t/τ).
Het
Biot-nummer
Bi
=
h
Lc
/
k
geeft
aan
of
dit
model
geschikt
is;
Bi
<
0,1
wordt
meestal
als
wenselijk
beschouwd
om
aan
te
nemen
dat
het
object
uniform
afkoelt.
h,
geometrie
en
isolatie,
en
de
omgevingstemperatuur
T∞.
Een
hogere
c
of
massa
vertraagt
afkoeling,
terwijl
een
groter
oppervlak
of
hogere
h
het
proces
versnellen.
Stralingscomponent
kan
vooral
bij
hoge
temperaturen
relevant
zijn.
leveren
dT/dt
en
worden
gebruikt
bij
simulaties
en
ontwerpoptimalisatie.