kapitaalgoed

Een kapitaalgoed is een goed dat wordt aangeschaft om te worden gebruikt in het productieproces en daardoor bijdraagt aan de toekomstige productie van goederen en diensten. Het onderscheidt zich van consumptiegoederen doordat het niet direct bedoeld is voor menselijke consumptie, maar dient als input voor productie.

Voorbeelden van kapitaalgoederen zijn machines, fabrieksgebouwen, transportmiddelen, computers en software die in productieomgevingen worden toegepast, evenals infrastructuur en kantoorapparatuur. Deze goederen hebben doorgaans een lange levensduur en worden over meerdere jaren gebruikt, waardoor ze worden afgeschreven in de boekhouding en de waarde geleidelijk verlaagt.

Kapitaalgoederen vormen samen met ander kapitaal een kapitaalstock van een economie. Investeringen in kapitaalgoederen vergroten de productiecapaciteit en kunnen leiden tot hogere productiviteit op de lange termijn. Hierdoor spelen zij een centrale rol in economische groei en in bedrijfsstrategie, waar investeringsbeslissingen (CAPEX) vaak een grote impact hebben.

Er zijn verschillende typen kapitaalgoederen: materiële kapitaalgoederen (vaste activa zoals machines en gebouwen) en immateriële kapitaalgoederen (zoals software en intellectueel eigendom). Daarnaast onderscheiden economen vaak tussen vaste en vlottende kapitaalgoederen, afhankelijk van hun aard en gebruik in het productieproces. De waarde van kapitaalgoederen wordt jaarlijks afgeschreven en kan door onderhoud en vernieuwing veranderen. Overheden investeren eveneens in kapitaalgoederen, zoals infrastructuur, wat vaak als publieke investeringen wordt gepromoot.