Home

inflatiemaatstaven

Inflatiemaatstaven zijn statistische maatstaven die de mate bepalen waarin het algemene prijsniveau van goederen en diensten in een economie in de loop van de tijd stijgt. Ze geven de inflatie weer en worden gebruikt om de koopkracht van huishoudens te volgen en macro-economisch beleid te sturen. De meest gangbare inflatiemaatstaven zijn prijsindexen die gebaseerd zijn op een representatieve mand van goederen en diensten, vaak met vaste gewichten.

In Europa is de harmonized index of consumer prices (HICP) een veel gebruikte maat, terwijl in veel

De berekening verloopt doorgaans via een vergelijking van de prijs van een vaste mand of via een

Beperkingen omvatten onder meer kwaliteitsveranderingen, substitutie van consumenten tussen producten en de introductie van nieuwe producten,

landen
de
consumentenprijsindex
(CPI)
wordt
gepubliceerd.
Andere
belangrijke
maatstaven
zijn
de
producentenprijsindex
(PPI)
die
de
prijs
van
geproduceerde
goederen
meet,
en
de
GDP-deflator
die
gehele
economische
productie
weerspiegelt.
In
de
Verenigde
Staten
is
de
persoonlijke
consumptie-uitgavenprijsindex
(PCE)
een
veelgebruikt
alternatief.
Daarnaast
onderscheiden
statistische
bureaus
vaak
‘headline’
inflatie
en
‘core’
inflatie,
waarbij
bij
core
de
volatiele
componenten
zoals
voedsel
en
energie
worden
uitgesloten.
kettingindex,
met
gewichten
die
de
bestedingspatronen
weerspiegelen.
De
cijfers
worden
meestal
maandelijks
gerapporteerd
door
nationale
statistische
bureaus
of
Europese
statistische
instantie
Eurostat.
Toepassingen
zijn
onder
meer
het
bepalen
van
monetair
beleid
door
centrale
banken,
contractuele
indexering
van
lonen
en
uitkeringen,
en
het
evalueren
van
inkomens-
en
welvaartseffecten
van
prijsstijgingen.
wat
de
interpretatie
van
inflatiemaatstaven
bemoeilijkt.
Ook
zijn
cross-country
vergelijkingen
afhankelijk
van
de
gebruikte
maatstaf
(bijv.
CPI
vs
HICP).