Home

hoofdwerkwoordgroep

Hoofdwerkwoordgroep is een term uit de Nederlandse taalkunde die verwijst naar de verbale groep waar het hoofdwerkwoord centraal staat. Deze groep bevat het hoofdwerkwoord zelf en eventuele niet-finitieve vormen of bindende delen die direct bij het werkwoord horen, zoals infinitief- of participievormen en samengestelde prefixes die bij het semantische werkwoord horen. In tegenstelling tot de hulpwerkwoordgroep (hulpwerkwoorden zoals hebben, zijn en modale werkwoorden), richt de hoofdwerkwoordgroep zich op het semantische kernwerkwoord.

Functie en structuur

De hoofdwerkwoordgroep geeft de kern van de predicaatwerking aan. In eenvoudige zinnen zonder hulpwerkwoorden bestaat de

Voorbeelden

- Ik eet een appel. Hier is de hoofdwerkwoordgroep eet.

- Ik heb een appel gegeten. Hier is de hoofdwerkwoordgroep gegeten en de hulpwerkwoordgroep heb, die samen

- Zij kan zwemmen. Hier is de hoofdwerkwoordgroep zwemmen en de hulpwerkwoordgroep kan.

- Het kind heeft snel gelachen. Hier is de hoofdwerkwoordgroep gelachen en de hulpwerkwoordgroep heeft.

Herkenning en relatie

De hoofdwerkwoordgroep kan variëren in vorm afhankelijk van tijd, aspect en modale bedrijfsvoering. Het begrip helpt

groep
uit
het
finiete
hoofdwerkwoord.
Bij
samengestelde
tijden
of
constructies
met
hulpwerkwoorden
kan
het
hoofdwerkwoord
zich
in
een
niet-finite
vorm
bevinden
(bijv.
infinitief,
deelwoord),
terwijl
de
hulpwerkwoorden
de
tijd,
aspect
of
modality
dragen.
Zo
vormen
hoofdwerkwoordgroep
en
hulpwerkwoordgroep
samen
de
volledige
werkwoordelijke
predicaat.
de
voltooide
tijd
uitdrukken.
bij
syntactische
analyses
om
te
onderscheiden
welk
deel
van
de
werkwoordelijke
structuur
de
kern
van
de
betekenis
levert
en
hoe
dit
zich
verhoudt
tot
de
hulpwerkwoorden
die
de
grammaticale
context
bepalen.
Het
concept
wordt
vooral
gebruikt
in
Nederlandse
grammaticaleders
en
taalkundige
beschouwingen.