hoofdnaamwoord
Hoofdnaamwoord, in de Nederlandse taalkunde, is het hoofdwoord van een nominale woordgroep. Het hoofdnaamwoord draagt de kernbetekenis en stuurt in grote lijnen hoe de rest van de groep functioneert. In een nominale groep treden determiners (de, het, een), bijvoeglijke naamwoorden, rangtelwoorden en prepositionele toevoegingen op als modifiers; zij zijn afhankelijk van het hoofdnaamwoord.
Het hoofdnaamwoord bepaalt belangrijke syntactische kenmerken van de groep, zoals getal en de vorm van de bijvoeglijke
Voorbeelden: 'de grote hond' (hoofdnaamwoord: hond); 'een oud huis' (hoofdnaamwoord: huis); 'de snelle auto's' (hoofdnaamwoord: auto).
Let op: bij samengestelde zelfstandig naamwoorden fungeert het rechterdeel vaak als hoofdwoord van de hele samenstelling,