groentensoorten

Groentensoorten is een brede term voor eetbare planten en delen daarvan die in voeding worden gebruikt. De indeling gebeurt vaak naar eetbaar plantdeel en naar culinaire toepassing, waardoor hoofdgroepen ontstaan zoals bladgroenten, vruchtgroenten, koolgewassen, wortel- en knolgewassen, stengelgewassen en ui- en knolgewassen.

Bladgroenten omvatten sla, spinazie en boerenkool.

Vruchtgroenten bestaan uit de vruchten van planten zoals tomaat, komkommer, courgette, paprika en aubergine.

Koolgewassen zijn onder meer bloemkool, broccoli, witte kool en spruitjes.

Wortel- en knolgewassen omvatten wortel, pastinaak, biet en aardappel; knolselderij is eveneens een veel voorkomende soort in deze groep.

Stengelgewassen omvatten selderij en prei; ui- en knolgewassen omvatten ui, knoflook en sjalot.

Teelt en beschikbaarheid: veel groentesoorten passen in seizoenen en regionale tradities; jaarrond aanbod is mogelijk door glastuinbouw en aangepaste teeltmethoden.

Voeding en gebruik: groenten leveren vitamines, mineralen en vezels en zorgen voor koolhydraten met weinig vet. Bewaren gebeurt koel en droog om houdbaarheid te verlengen.