Home

gravitatietijdvertraging

Gravitatietijdvertraging is het verschijnsel dat tijd langzamer verloopt in een sterker zwaartekrachtsveld. Een klok die dichter bij een massief voorwerp staat registreert minder tijd dan een klok verder weg. Het is een direct gevolg van de algemene relativiteitstheorie en heeft tastbare consequenties voor klokken op verschillende hoogten en in verschillende potentiaalvelden.

In de zwakke-veldbenadering kan het lokale tijdverloop worden benaderd met dτ/dt ≈ 1 + Φ/c^2, waarbij Φ de zwaartekrachtpotentiaal

Historische en moderne experimenten bevestigen het effect. In 1959–1960 toonden Pound en Rebka met behulp van

Toepassingen van gravitatie-tijdvertraging zijn onder meer de werking van GPS. Klokken in ruimorbit blijven net wat

is
(negatief
bij
een
massa).
Omdat
Φ
negatief
is
en
sterker
wordt
naarmate
men
dichter
bij
de
massa
komt,
loopt
tijd
dichter
bij
de
massa
langzamer.
Hetzelfde
principe
ligt
ten
grondslag
aan
de
gravitatierodeverschuiving
van
straling:
klokken
op
lagere
potentiaal
leveren
andere
frequenties
af
dan
klokken
hoger
in
het
veld.
de
Mössbauer-effecten
een
gravitatiegerelateerde
rode
verschuiving
aan
over
een
hoogteverschil
van
circa
22,5
meter.
In
1971
bevestigden
Hafele
en
Keating
de
tijdsdilatatie
door
atoomklokken
te
flown
rond
de
aarde;
de
resultaten
kwamen
overeen
met
de
relativistische
voorspellingen.
Tegenwoordig
ondersteunen
nog
nauwkeurigere
klokken
en
satellietmetingen
dit
verschijnsel
in
uiteenlopende
omstandigheden,
van
laboratoriumtesten
tot
astronomische
waarnemingen.
sneller
lopen
dan
klokken
op
aarde
door
het
zwaartekrachtsveld,
terwijl
hun
beweging
ook
tijdsvertraging
oplevert;
de
netto
correctie
bedraagt
ongeveer
enkele
tientallen
microseconden
per
dag.
Het
verschijnsel
is
daarmee
een
fundamenteel
onderdeel
van
moderne
precisietijdmeting
en
ruimtevaarttechnologie.